header
Op zoek naar verbinding

 

De basis van de EAL zijn de partners in de onderwijsketen, van partijen in de voorschool tot en met de instellingen voor hoger onderwijs. Deze partners zorgen met elkaar dat alle leerlingen een onderwijsloopbaan wordt geboden die aansluit bij de talenten en behoeften van die leerlingen. Daarbij worden de partners doorlopend uitgedaagd om aan te sluiten bij de behoeften en vraag vanuit de arbeidsmarkt. Om dit succesvol te doen zijn duurzame verbindingen tussen de partners en samenwerking nodig. Daarbij is samenwerking met relevante partners buiten de onderwijsketen nodig. Steeds moet gezocht worden naar de juiste verbindingen, om kennis en expertise te bundelen en activiteiten waar mogelijk op elkaar af te stemmen. Dit vergroot de slagvaardigheid van de initiatieven en voorkomt onnodig dubbelwerk.

silo_1.jpg
Een voorbeeld van een succesvolle samenwerking in de keten

Wim Horsch, regiocoördinator voortijdig schoolverlaten: "Bij de uitvoering van het Regionaal Plan Voortijdig Schoolverlaten in Zuid-hadden we de behoefte om kwalitatieve kenmerken van voortijdig     schoolverlaters (vsv’ers) te kennen. Het doel was om via persoons- en gedragskenmerken in een vroegtijdig stadium potentiële vsv’ers te herkennen en daar gericht actie op te zetten. Hiertoe is een team samengesteld met betrokkenen uit het mbo, vo, van gemeenten en bureaus vsv, en onderzoekers van de Universiteit Maastricht. Door koppeling van de gegevens uit de Onderwijsmonitor Limburg aan de cijfers vsv op naam en rugnummer, kregen we veel informatie over persoonskenmerken, leergedrag en leerresultaten van de vsv’ers. Interessant genoeg lieten de vsv’ers einde groep 8 zien dat ze prima leerresultaten behaalden, maar een matige leerhouding. Dit beeld was versterkt aanwezig in het derde leerjaar van het vo. Wij hebben deze informatie omgezet in nieuwe maatregelen binnen ons programma. Zo is er bijvoorbeeld samen met het samenwerkingsverband passend onderwijs een training ontwikkeld waarbij mentoren vroegtijdig kenmerken van potentiële vsv’ers leren herkennen en daar adequaat acties op ondernemen. Vaak gaat het dan om intensievere begeleiding en vergroting van ouderbetrokkenheid. In de nabije toekomst zullen we opnieuw op basis van gegevens uit de OnderwijsMonitor Limburg nagaan of deze aanpak succesvol is voor alle groepen vsv-ers. Hiermee zijn activiteiten binnen de EAL ook complementair aan die binnen het convenant vsv in Zuid-Limburg in de strijd tegen voortijdige uitval van studenten.”

 

Co-creatie en kennisdeling in innovatiewerkplaatsen

 

De samenwerking tussen de EAL-partners en andere stakeholders wordt geconcretiseerd binnen innovatiewerkplaatsen waarin een specifiek thema binnen het onderwijs centraal staat.

Een innovatiewerkplaats is een leer/ontwikkelpraktijk waarin partners uit onderzoek, onderwijs, bedrijfsleven, overheden en/of maatschappelijke organisaties samenwerken aan complexe vraagstukken (niet-afgebakende opdrachten of kwesties) waarvan de oplossing vraagt om het co-creëren van kennis en op een manier die de grenzen van traditionele structuren, sectoren, disciplines en vormen van leren overstijgt waarvan de oplossing vraagt om leren over de grenzen van disciplines, traditionele structuren en sectoren en vormen van leren heen.

Schoolleiders, leraren en andere onderwijsprofessionals hebben een centrale rol in de innovatiewerkplaatsen. Doelstelling van de innovatiewerkplaats is immers een verschil maken in het onderwijs, waarbij vertaling naar de dagelijkse onderwijspraktijk van essentieel belang is. Door de bundeling met de expertise van de andere stakeholders, en de onderzoekers ontstaat een kennismix die helpt de uitdaging waar de innovatiewerkplaats voor staat aan te gaan.

Het co-creëren van kennis betekent dat de partners naast het opdoen en delen van bestaande kennis ook gezamenlijk nieuwe kennis creëren, waarbij gebruik wordt gemaakt van de verschillende perspectieven (disciplines, sectoren en praktijken) die de partners inbrengen. Ook wordt expliciet verbinding gezocht met bestaande initiatieven buiten de EAL.

De Educatieve Agenda Limburg steunt hierbij op een continu en cyclisch proces van samen leren. Relevante informatie, juiste interpretatie van die informatie en dialoog over de benodigde aanpassingen in het onderwijs zijn hiervoor essentieel. Op basis van alle beschikbare kennis, uit zowel praktijk als wetenschap, bepalen de partners gezamenlijk hoe de bestaande situatie verder te verbeteren is en waar mogelijke knelpunten zitten. Door voorgestelde veranderingen eerst op kleine schaal in te voeren, zijn de effecten vast te stellen. Op grond daarvan kan besloten worden tot invoering op grotere schaal, verdere fine tuning als dat nodig is of het van tafel halen van de verandering. Zo is het onderwijs stapsgewijs en systematisch te verbeteren.

cyclus.jpg